Ramon Wernsen
Belastingen eigen woning en hypotheek in 2022
Publicatie verschenen in De Hypotheekadviseur (DHA 2022), nummer 1-2022, door Ramon Wernsen
U als adviseur en uw klanten krijgen te maken met diverse belastingen waar het gaat om de eigen woning. Ieder jaar weer wijzigen de belastingtarieven. Het is belangrijk dat niet alleen u weet welke invloed de belastingen hebben, maar dat u ook aan uw klanten in begrijpelijke taal kunt aangeven welke invloed belastingen hebben op hun geldzaken. In de praktijk merken wij dat het vaak lastig is om onze wereld en het daarbij behorende vakjargon eenvoudig uit te leggen. In dit artikel doen wij daarom een poging om de belastingen 2022 rondom de eigen woning en de hypotheek in ‘Jip en Janneke-taal’ uit te leggen.
De eigen woning is meestal het grootste vermogensbestanddeel dat uw klanten bezitten. Met de aanschaf van een woning krijgt uw klant er een grote financiële verantwoordelijkheid bij. Niet alleen voor de hypotheeklasten, hij krijgt te maken met verschillende belastingen. Dit komt omdat de eigen woning een bezit is én een schuld tegelijk is, ervan uitgaande dat er een hypotheek nodig is om de woning te financieren. Voor een goed financieel overzicht is het belangrijk dat uw klant de financiële en fiscale effecten van zijn (toekomstige) eigen woning goed kent. Zeker omdat de overheid de fiscale maatregelen rond de woning regelmatig wijzigt.
Belasting woning in box 1
Om te weten welk effect de fiscale regelingen op de geldzaken van uw klant hebben, is het handig als u uw klant in grote lijnen kunt uitleggen hoe ons belastingstelsel in elkaar steekt. In Nederland hebben we een drieboxenstelsel, alle inkomensbronnen worden belast in een van de drie boxen. Elk van deze boxen heeft zijn eigen belastingtarief. Box 1 en box 3 zijn belangrijk voor uw klant als particulier. Vooral box 1, want in die box wordt de eigen woning belast (box 2 is van belang voor ondernemers met een BV, daar gaan we in dit artikel niet op in).Read more
Beleggingsvragenlijst: gefocust op product en risico in plaats van op totaalvermogen en doelen
Publicatie Vp-bulletin Maart (2022) door Ramon Wernsen, CFP®, MFP1
Voordat een financiële instelling zoals een bank of vermogensbeheerder u een beleggingsproduct mag adviseren, is deze instelling wettelijk verplicht om uw beleggingsprofiel te bepalen. Dit bepaalt de Europese richtlijn MiFID II, die tot doel heeft om de consument te beschermen. Financiële instellingen mogen u alleen beleggingsproducten adviseren die passend zijn bij uw profiel. Om uw beleggersprofiel te bepalen maken de aanbieders van beleggingsproducten gebruik van een vragenlijst. De lengte van deze vragenlijst kan per financiële instelling variëren van slechts tien tot wel dertig vragen of meer. Onderwerpen die in alle vragenlijsten naar voren komen zijn: hoeveel u van beleggingsproducten afweet, of u ervaring hebt met beleggen en wat de beleggingsdoelstellingen zijn. De lijst peilt ook uw financiële situatie om na te gaan of de risico’s die u bereid bent te lopen wel verantwoord zijn.
De vragenlijst
U kunt geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden geven binnen de vragenlijst. Uw antwoorden gebruikt de financiële instelling alleen om te weten te komen welke beleggingen passen bij de door u gegeven antwoorden op onderwerpen als uw financiële draagkracht, uw risicobereidheid en uw rendementsverwachtingen. Al met al is een beleggingsprofiel niet iets wat u kiest, maar wat volgt uit de door u gegeven antwoorden op de gestelde vragen. De uitkomst van de vragenlijst en het door u behaalde puntentotaal leidt tot uw uiteindelijke beleggingsprofiel. De uitkomst kan zijn: zeer defensief, defensief, neutraal, offensief of zeer offensief. Financiële instellingen gebruiken soms andere benamingen, zoals conservatief, gematigd defensief, gebalanceerd en agressief. Dit maakt het soms lastig om profielen met elkaar te vergelijken.
Op basis van de uitkomst van uw profiel zal de financiële instelling uw beleggingsportefeuille gaan invullen met de verschillende beleggingscategorieën: aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen, zoals vastgoed, private equity, grondstoffen en hedgefondsen. Deze indeling wordt de asset allocatie genoemd.
De waarde van Goals-Based Investing
Publicatie VPN Nr.2 (2022) door Ramon Wernsen, CFP , R. Janssen Msc, MFP en R.G.J. van Beek CFP1
Het risico dat de klant zijn doel(en) niet realiseert centraal stellen VFP 2022/16
Uit onderzoek blijkt dat veel financiële instellingen nog steeds een producten portefeuillegerichte aanpak hebben waarbij de financiële en levensdoelen van klanten niet centraal staan. Binnen het concept van Goals-Based Investing staan de doelen van mensen centraal, en is het financiële product een middel om doelen te realiseren. Het stimuleert een nieuwe blik op concepten zoals risicocapaciteit en risicobereidheid – want het niet-halen van doelen, dát is pas risico. In dit artikel gaan de auteurs in op de kenmerken en meerwaarde van Goals-Based Investing. Hierbij staat centraal het inventariseren van de doelen van klanten, en het concretiseren en prioriteren hiervan.
1. Inleiding
In de literatuur vinden we de volgende definitie van Goals-Based Investing:
"Goal-Based Investing is a relatively new approach to wealth management that emphasizes investing with the objective of attaining specific life goals. Goal-Based Investing (GBI) involves a wealth manager or investment firm’s clients measuring their progress towards specific life goals, such as saving for children’s education or building a retirement nest-egg, rather than focusing on generating the highest possible portfolio return or beating the market."2
Uit de definitie kan worden afgeleid dat bij Goal-Based Investing beleggingen een middel zijn om het doel van een klant te verwezenlijken. En inmiddels weten we dat een klant vaak meerdere doelen heeft. De haalbaarheid van de doelen wordt hierbij ook periodiek gemonitord. De klant krijgt dus niet alleen de waarde van zijn beleggingen en het behaalde rendement te zien, maar vooral ook de haalbaarheid (lees: waarschijnlijkheid) op een schaal van 1 tot 100 procent of de doelen bereikt kunnen worden. Risico is daarom niet de volatiliteit van een beleggingsportefeuille, maar de kans dat persoonlijke doelen van een klant niet worden gerealiseerd. Dit is een andere focus dan je enkel te richten op het risicoprofiel en de daarbinnen behorende beleggingsinstrumenten. Dit kan namelijk een groot doelrisico voor klanten veroorzaken. Voorgaande maakt duidelijk dat de focus moet liggen op het doel, en daarmee de klant en niet op het product.4
Read more
Mogelijke zeepbel, stijgende rente en populaire aflossingsvrij
Ramon Wernsen & Auke Pul (van Baksteen & Pul financiële dienstverleners) bespreken het belangrijkste nieuws uit de hypotheeksector, voor kop-munt.nl (feb. 18, 2022)
Elke week blikken we terug op het belangrijkste nieuws uit de hypotheeksector. Ramón Wernsen van Financial Planning 4 All in Alkmaar en Auke Pul van Baksteen & Pul financiële dienstverleners in Epe denken niet dat er een zeepbel op de Nederlandse woningmarkt is ontstaan.
De Europese toezichthouder ESRB vindt dat er op de Nederlandse woningmarkt een zeepbel is ontstaan. Ben je het daarmee eens?
Ramón: “Ik vind dit nogal overdreven. Die zeepbel zie ik niet. Je moet de woningmarkt altijd in een breder perspectief zien. Net als de aandelenmarkt laat de woningmarkt periodes van stijgingen en dalingen zien. Er zit een volatiliteit in, die er gewoon bij hoort.”
Auke: “Ik zeg voorzichtig nee, al is er nog steeds veel meer vraag dan aanbod. Bovendien is de rente nog steeds historisch laag. De ECB heeft dat gedaan om andere problemen op te lossen, maar daarmee hebben ze dit probleem niet verkleind. Maar mensen kunnen en willen in vijftien tot twintig jaar nog steeds veel aflossen. En daarom zie ik geen zeepbel.”
De rente is de afgelopen week snel toegenomen. De snelste stijging sinds 2008. Komen kopers nu in het nauw? Read more
Financial Life Planning: eerst life daarna financial planning
Publicatie VPN Nr.1 (2022) door Ramon Wernsen
Financial Life Planning is eind vorige eeuw ontstaan in de Verenigde Staten en heeft als insteek de integratie van persoonlijke en financiële doelen. Immers, de beste financiële adviezen hebben weinig waarde als een adviseur niet begrijpt waarnaar zijn klant op zoek is, wat deze écht belangrijk vindt. Soms komen klanten bij een adviseur met als doel het kopen van een financieel product, zonder te weten dat de adviseur hen kan helpen met veel meer belangrijke zaken in het leven. Financial Life Planning en dat met name het Life Planning gedeelte wordt vaak als zweverig beschouwd door adviseurs, vergeten wordt dat dit gedeelte vaak als meest waardevol wordt gezien door klanten en uiteindelijk leidt tot een beter financieel advies en een relatie voor het leven.
1. Wat is Financial Life Planning?
Al 2500 jaar geleden gaf de Griekse filosoof Socrates al een definitie van (financial) life planning. ‘That man pur sues a great variety of goals, but the one he seeks at his ulti mate end is happiness. Everything else is a means not an end’.
Vrij vertaald zei Socrates dat de mens tijdens zijn leven een grote verscheidenheid aan (financiële) doelen nastreeft, maar datgene dat hij uiteindelijk zoekt, is geluk. Al het andere is een middel, geen doel.
In de literatuur vinden we de volgende definitie van Financial Life Planning:
“A process conducted… to help financial planning clients (1) focus on the true values and motivations in their lives, (2) determine the goals and objectives they have as they see their lives develop and (3) use these values, motivations, goals and objectives to guide the planning process and provide a framework for making choices and decisions in life that have financial and non-financial implications or consequences…”2
Financial Life Planning is een holistisch proces dat het leven van mensen centraal stelt en als doel heeft om de persoonlijke en financiële doelen van mensen te integreren. Verder erkent het dat mensen geen rationele wezens zijn waar het gaat om beslissingen waarbij geld een rol speelt. Sterker nog, geld is voor veel mensen een beladen en emotioneel onderwerp. Daar komt bij dat mensen vaak al vanuit hun jeugd lessen, verhalen en boodschappen over geld hebben gehoord en op basis hiervan een bepaalde ‘vaste’ overtuiging hebben waar het geld betreft.
Financial Life Planning helpt klanten om hun echte waarden, motivaties en levensdoelen boven water te krijgen en vervolgens deze te gebruiken als uitgangspunt in het planningsproces en uiteindelijk een plan op te leveren die tegemoetkomt aan de voor de klant belangrijke waarden, motivaties en levensdoelen. Onder levensdoelen worden verstaan zowel financiële als niet-financiële doelen.
Goals-Based Investing
Praktisch inventariseren, adviseren en monitoren van doelen van klanten.
De aandacht voor Goals-Based Investing neemt jaarlijks toe. Steeds meer mensen beseffen dat het vaststellen en definiëren van doelen helpt om deze te realiseren. Doelen stellen draagt direct bij aan het geluk dat mensen ervaren.
In de praktijk blijkt dat veel mensen worstelen met het definiëren van doelen, of zelfs geheel geen doelen vaststellen. Hier liggen kansen voor de adviseur. De focus op de klant en zijn doelen helpt bij het verbeteren van de klantrelatie, het adviesproces en de transitie van productgericht werken naar klantgericht adviseren. De adviseur voldoet zo in optima forma aan wet- en regelgeving. Goed advies betekent toegevoegde waarde leveren. Uit onderzoek blijkt dat de asset under management (AUM) met 15 procent toeneemt wanneer gebruik wordt gemaakt van een goals-based aanpak.
Ons doel met dit boek is om de goals-based aanpak en de toegevoegde waarde concreet te maken voor de adviseur en hem daarmee te helpen om deze holistische aanpak te implementeren in zijn advies en proces. Hij kan zodoende zijn klant helpen bij het realiseren van dromen, wensen en concrete, persoonlijke doelen.
Recensies
Wat me aan Goals-Based Investing en Financial Planning aanspreekt, is dat de doelen en wensen van mensen centraal staan, en niet het financiële product. Het stimuleert een nieuwe blik op concepten zoals risicocapaciteit en risicobereidheid – want “het niet halen van doelen, dát is pas risico”.
Prof. dr. Elisabeth (Lisa) Bruggen is Professor of Financial Services, Principal Investigator BISS, Head of Advisory Board “Elinor Ostrom Fund for Female Scientists”, lid Supervisory board NIBUD en maakt onderdeel uit van Department of Marketing & SCM School of Business and Economics Maastricht
Het werd tijd, een serieus boek over waar het écht om gaat bij financiën: het realiseren van de levenswensen. De auteurs Janssen, Van Beek en Wernsen zijn hierin gepokt en gemazeld. Vele jaren ervaring met een grote diversiteit aan klanten maakt dit een inspirerend boek voor de serieuze financieel adviseur. Sterker, wil je de klant echt centraal stellen, dan is dit boek zelfs een must om te lezen.
Prof. dr. Tom Loonen is Hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en bankier
Manier van risicoprofiel vaststellen is achterhaald
Interview gegeven voor InvestmentOfficer (jan. 3, 2021, voorheen FondsNieuws) Door Lenneke Arts - Vandaag I Vermogensbeheer
De uitgangspunten waarmee banken en vermogensbeheerders risicoprofielen vaststellen, zijn achterhaald. Ze sluiten aan op de oude wereld en veroorzaken grote doelrisico's bij klanten.
Dat zeggen Robert van Beek, Ronald Janssen en Ramón Wernsen in een interview met Fondsnieuws. Ze doen de uitspraken op basis van onderzoek voor hun boek Goals-Based Investing. Banken en vermogensbeheerders werken volgens de schrijvers met slechts één vragenlijst, die enkele tot tientallen jaren oud is. Die zijn daardoor "hopeloos verouderd", aldus de auteurs. En heel algemeen van aard. Vaak gaat in hun ervaring slechts één vraag over het doel, en de rest van de vragen over beleggen en/of het product. Het gevolg hiervan is volgens de drie dat een klant vaak in het verkeerde risicoprofiel terechtkomt. Of één risicoprofiel aangemeten krijgt, terwijl hij meerdere verschillende beleggingsdoelen heeft.
De historische en toekomstige woning- en hypotheekmarkt (deel 2, slot)
Publicatie verschenen in De Hypotheekadviseur (DHA 2021), nummer 6-2021, door Ramon Wernsen en Iris Aben
In deel 1 van dit artikel zijn wij ingegaan op het eigenwoningbezit en de eigenwoningschuld in ons land ten opzichte van andere landen binnen de Europese Unie (EU). Verder zijn wij ingegaan op de rol die de eigen woning speelt in de vermogenspositie van Nederlanders. Ook is de gemid- delde nominale en reële waardeontwikkeling van woningen, alsook die van de hypotheekrente gedurende de periode 1976-2021 in kaart gebracht. Tot slot hebben wij betoogd dat de lage ren- te van nu niet ongewoon is, maar normaal.
Dit artikel is het vervolg op deel 1. Aan bod komt allereerst de vraag waarom mensen een voorkeur hebben om de rente lang vast te zetten, dit onge acht de hoogte van de rente. Ten tweede wordt inzichtelijk gemaakt dat de verhouding tussen mo- daal-inkomen en de waarde van woningen volledig uit de pas is geraakt. Ten derde gaan wij in op de lagere hypotheekrenteaftrek en de be- richten om de eigenwoningschuld eerder te ver- plaatsen naar box 3. Ten vierde gaan wij in op het onderzoek van De Nederlandse Bank die stelt dat huizenkopers vaak veel lagere woonuitgaven heb- ben dan huurders. Wij stellen hiertegenover dat huizenkopers ook meer risico’s lopen. Om deze reden zou het naar onze mening onrechtvaardig zijn om de hypotheek al snel van box 1 naar box 3 te verhuizen. Tot slot geven wij aan dat voor een kleine groep mensen een box 3-hypotheek wel aantrekkelijk kan zijn.
'Verroompottisering' van Nederland: helft recreatiegebied in handen van grote investeerders
Publicatie verschenen op radar.avrotros.nl (nov. 5, 2021)
De vier grootste vakantieketens Roompot, EuroParcs, Centerparcs en Landal Greenparcs verspreiden zich als een olievlek over de Nederlandse campings. In de zomer van 2021 is Radar samen met Follow the Money een onderzoek gestart naar campings over heel Nederland die in handen komen van veelal buitenlandse investeerders. Over deze ‘verroompottisering’ van dit belangrijke deel van de Nederlandse recreatiesector maken veel Nederlanders zich zorgen. Dat blijkt uit de honderden reacties die Radar heeft ontvangen na een oproep in de uitzending van 20 september. Stacaravans, chalets en huisjes, ze moeten wijken voor luxe vakantiewoningen. En de nieuwe eigenaren? Die draaien op voor de risico’s.
Follow the Money focust zich in het eerste deel van hun onderzoek op Zeeland, de bakermat van Roompot. De afgelopen vijf jaar zijn daar al 1.336 jaarplaatsen opgezegd door de komst van deze vakantieketen. Niet alleen in Zeeland, maar ook daarbuiten, komen de parken in handen van Roompot – gevoed met kapitaal van één van de grootste durfkapitalisten van Wallstreet, het Amerikaanse KKR.
Alleen Europarcs heeft nog een Nederlandse eigenaar. Landal is van het Amerikaanse Platinum Equity en Center Parcs valt onder het Franse Pierre & Vacances.
De historische en toekomstige woning- en hypotheekmarkt (deel 1)
Publicatie verschenen in De Hypotheekadviseur (DHA 2021), nummer 5-2021, door Ramon Wernsen en Iris Aben
In dit artikel gaan wij allereerst in op het eigenwoningbezit en de eigenwoningschuld in ons land ten opzichte van andere landen binnen de Europese Unie (EU). Ten tweede gaan wij in op de rol die de eigen woning speelt in de vermogenspositie van Nederlanders. Ten derde laten wij de gemiddelde nominale en reële waardeontwikkeling zien van woningen, alsook die van de hypotheekrente gedurende de periode 1976-2021. Tot slot bespreken wij waarom de lage rente van nu niet ongewoon is, maar normaal.
Eigenwoningbezit in vergelijking EU
Het eigenwoningbezit in ons land is de afgelopen decennia flink gestegen. Van zo’n 40 procent in 1982 naar ruim 60 procent in 2015.1 Op dit moment is het eigenwoningbezit gestegen naar ongeveer 70 procent op dit moment.2 Dit klinkt hoog, maar is het niet. Ons land begeeft zich binnen de Europese Unie hiermee op plaats 22. Vooral in de voormalige Oostbloklanden is het eigenwoningbezit hoog. Koploper is Roemenië, hier woont bijna 97 procent van de bevolking in een eigen woning. In de (grotere) West-Europese landen, zoals Frankrijk en Duitsland is het woningbezit nog lager dan in ons land.
Begin 2021 waren er 8 miljoen particuliere huishoudens in Nederland, waarvan 3,1 miljoen eenpersoonshuishoudens. Gemiddeld wonen er 2,14 mensen in een Nederlands huishouden, in 1961 was de gemiddelde huishoudensgrootte nog 3,54. Door deze zogenaamde ‘huishoudensverdunning’ is het aantal huishoudens veel sneller gegroeid dan de bevolking. Doordat het aantal huishoudens sterk is gestegen betekent dit ook dat er meer, maar vooral ook betaalbare woningen nodig zijn. Het aantal mensen dat in Nederland alleen woont, neemt al sinds de jaren zeventig toe. Alleenwonenden zijn relatief vaak twintigers, maar boven de zeventig is de kans om zonder anderen te wonen het grootst. Dat geldt vooral voor vrouwen, die vaker later overlijden dan hun partner.3 Dit komt enerzijds omdat vanaf de geboorte vrouwen ongeveer een drie jaar langere levensverwachting hebben dan mannen, anderzijds omdat mannen bij het eerste huwelijk gemiddeld 2,5 jaar ouder zijn dan hun vrouw (34,4 jaar versus 31,9 jaar).4, 5 Al met al overleven vrouwen hun mannelijke partner gemiddeld genomen statistisch met ruim vijf jaar.
Read more