Ramon Wernsen

Vermogensbeheer: meer vermogen door lagere of juist hogere kosten?

Publicatie verschenen in De Hypotheekadviseur (DHA aug 2022), door Ramon Wernsen

Wanneer mensen gaan beleggen krijgen zij te maken met kosten. Kosten zijn er in vele soorten en maten, het is dan ook logisch dat veel mensen geen idee hebben hoe hoog deze kosten precies zijn. Daar komt bij dat financiële instellingen uiteraard vooral de nadruk leggen op rendementen die zij voor hun klanten gaan realiseren in plaats van op de door hen in rekening gebrachte kosten. Veel klanten vinden kosten belangrijk, uiteraard zouden klanten hogere kosten geen probleem vinden als hier ook extra hogere rendementen tegenover staan. Een interessante vraag is dan ook of hogere kosten automatisch leiden tot betere beleggingsresultaten en hiermee meer vermogen voor de klant.

Bij beleggen is het vaak ingewikkeld om inzicht te krijgen in de exacte kosten. We bespreken hierna de belangrijkste kosten waarmee klanten te maken krijgen als zij hun vermogen laten beleggen door een vermogensbeheerder. Een aantal van deze kosten is eenmalig verschuldigd, andere komen jaarlijks of per transactie terug. Al deze kosten moeten uiteindelijk worden betaald, of de belegging nu goed of slecht presteert.

Beheerfee

De beheerfee is de jaarlijkse beloning die een vermogensbeheerder in rekening brengt voor zijn werkzaamheden en expertise. De hoogte van deze fee is bijna altijd afhankelijk van de hoogte van het door de klant te beleggen bedrag. Hoe meer van hun vermogen klanten willen afstaan aan een vermogensbeheerder, hoe lager de beheerfee. Bij de meeste beheerders is het minimale instapvermogen 100.000 euro. Er zijn er echter ook die lagere, dan wel (veel) hogere instapvermogens hanteren.

Verder kan het zo zijn dat een beheerder een hogere fee vraagt voor een offensieve dan voor een defensieve beleggingsportefeuille. Voorbeelden van partijen die dit doen zijn ABN Amro en Van Lanschot.1

Read more


De invloed van relatievormen op overlijden

Publicatie verschenen op ffp.nl (18 aug 2022), door Ramon Wernsen.

Mocht jij of je partner komen te overlijden, dan heeft dit naast een emotionele ook een financiële impact. De financiële consequenties hangen af van de relatievorm die jullie met elkaar onderhielden en verder of je wel of niet in het bezit bent van een testament.

Na het overlijden wordt eerst gekeken welke bezittingen en schulden aan wie toebehoren. Waren alle bezittingen en schulden voor het moment van overlijden gemeenschappelijk of behoorden sommige bezittingen juist tot ieders privé-eigendom. Voorgaande wordt bepaald aan de hand van jullie relatievorm. Waren jullie getrouwd, geregistreerd partner of samenwonend? In het geval van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, was dit op basis van een wettelijke (beperkte) gemeenschap van goederen of huwelijkse- of partnervoorwaarden? Is er sprake van samenwonen dan is de vraag of jullie wel of geen samenlevingscontract hadden. Verder is het belangrijk om te weten of diegene die overleden is wel of niet een testament bezat.

Gemeenschap van goederen tot 2018

Als in het verleden geen keuze is gemaakt voor ‘voorwaarden’ dan is automatisch sprake van de wettelijke gemeenschap van goederen. Dit betekent dat alle bestaande en toekomstige bezittingen en schulden van jullie samen zijn. Maar let op, er valt veel in de gemeenschap, maar niet alles. Zo kan het zijn dat jij en/of je partner een schenking of erfenis hebben ontvangen die buiten de gemeenschap van goederen valt.Read more


De fiscale toekomst van het eigenwoningbezit

Publicatie verschenen in De Hypotheekadviseur (DHA juni 2022), door Angelo van Nies & Ramon Wernsen

In het vorige artikel zijn wij ingegaan op het verleden, heden en de toekomst van box 3. In dit artikel gaan wij in op de toekomst van het eigenwoningbezit en de verwachte fiscale behandeling van de eigenwoningschuld.

Gaat de eigen woning nu naar box 3? Of toch naar een box 4?

De meest vreemde eend in de bijt is de eigen woning die nu omwille van het eigenwoningforfait nog in box 1 wordt opgenomen. Dit terwijl het voor velen het grootste en meest waardevolle vermogensbezit is. Al heel lang wordt er gespeculeerd om de woning vanuit box 1 naar box 3 te brengen. Aan het einde van de 19de eeuw was het nog niet gebruikelijk om loon en inkomsten te belasten op de wijze waarop dit nu gebeurt.1 Accijnzen en importtarieven waren belangrijke inkomstenbronnen voor de overheid. In 1892 stelde de toenmalige minister van Financiën Pierson de ‘Wet op de Vermogensbelasting 1892’ voor, die een jaar later werd ingevoerd. Daarin werd vermogen gezien als een inkomstenbron, die belast kon worden. Hierbij gold de eigen woning ook als een bron van inkomsten. De hypotheekrenteaftrek zoals wij die tegenwoordig kennen – waarbij betaalde rente kan worden afgetrokken van andere inkomsten – ontstond met de invoering van de Wet op de Inkomstenbelasting 1914. De eigenaar ontleende woongenot aan zijn woning en verdiende zo een fictieve of impliciete huur. Het forfaitair rendement was vastgesteld op 4 procent, maar is later substantieel verlaagd. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de gedachte in zwang dat eigenwoningbezit bijdroeg aan de ‘woonbeschaving’ en emancipatie. Het zou bevorderlijk zijn voor verantwoordelijkheidsgevoel, spaarzin, properheid en de gezinsstabiliteit. Al bestaat voor deze opvattingen overigens weinig bewijs en zeker geen causale relatie.

Vooral de toenmalige partijen KVP en ARP maakten zich sterk voor het eigenwoningbezit. Daarentegen zag de PvdA meer in gemeenschappelijk woningbezit door woningbouwverenigingen en -corporaties. In 1945 bestond maar 28 procent van de woningvoorraad uit koophuizen. Banken verstrekten geen hypotheken met volledige dekking: wie wilde kopen, moest een derde zelf betalen. Om het kopen van een eigen huis toch voor meer mensen bereikbaar te maken, werden bouwspaarkassen opgericht, waar mensen tegen hoge rentes konden sparen voor de bouw voor een woning. Het effect was echter gering. In de vijftiger jaren van de 20ste eeuw werden premiekoopregelingen en de hypotheekgarantie ingevoerd. In 1971 was 35 procent van de woningen een koopwoning.

Read more


Belegger, denk aan de kosten!

Publicatie verschenen op FiscAlert (juni 20 2022 - jrg 28 nr. 6)

Een heel procentje hier, een half procentje daar, wie de kosten onder controle heeft, zorgt voor aanzienlijk betere beleggingsrendementen op de lange termijn. Dat geldt zowel voor vermogensbeheerders als voor beleggende doe-het-zelvers.

Veel mensen denken dat Albert Einstein gezegd heeft dat samengestelde interest het achtste wereldwonder is. De man had wel wat beters te doen dan na te denken over geld, maar ook als hij het niet gezegd heeft, klopt het wel een beetje. Het rente-op-rente-effect is bijzonder, omdat het een exponentiële groei van kapitaal genereert. Daarvoor zijn, naast het kapitaal, vier factoren van belang: tijd, rendement, risico en kosten.

Het rente-op-rente-effect op spaargeld is op dit moment verwaarloosbaar. Maar als u kiest voor beleggen, profiteert u er nog wel van — zolang u het rendement op uw beleggingen niet opneemt. Op die manier groeit uw kapitaal met de tijd volgens een steeds stijgende, licht exponentiële curve. Tijd is een belangrijke factor. Hoe langer het rente-op-rente-effect duurt, des te steiler de curve wordt en des te harder het vermogen aangroeit (dat is het achtste wereldwonder). En met de tijd daalt het risico van beleggen. Alleen: op de tijd hebben we geen vat, op de kosten wel.

De kosten van vermogensbeheer

Nu is het voor beleggers vaak ingewikkeld om inzicht te krijgen in de exacte kosten van hun beleggingen als daar vermogensbeheerders bij betrokken zijn. U krijgt éénmalige kosten en jaarlijkse kosten voorgeschoteld die links- of rechtsom moeten worden betaald, of de beleggingen nu wel of niet presteren (behalve als het gaat om kosten die resultaatsafhankelijk zijn, zie hierna). Aangezien ook tienden van procenten op de lange termijn exponentieel groeien (0,1 procent rendement per jaar levert samengesteld over 20 jaar 2 procent extra op!), loont het de moeite om de kosten scherp in de gaten te houden.

Read more


Beleggen in ETF's een goed idee? 'Laagdrempelig, maar niet zonder risico'

Interview Ramon Wernsen op nu.nl (juni 13, 2022) door Simone Langejan.

Je hebt misschien wel eens gehoord van mensen die beleggen in ETF's. Maar wat zijn dit precies? Waarom zou je hiervoor kiezen? En wat zijn de risico's? Joost Schmets van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en financieel planner Ramón Wernsen leggen het uit.

Nog steeds groeit het aantal particuliere beleggers. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) zag het aantal beleggende huishoudens in 2021 stijgen tot bijna twee miljoen. Behoefte aan meer rendement (sparen levert immers niks op) was de belangrijkste reden om te starten. Toch kan beleggen voor beginners erg ingewikkeld lijken door alle soorten aandelen en koersen.

Wat is een ETF?

Beleggen in ETF's wordt steeds populairder, zegt Joost Schmets van VEB. "De kosten en risico's zijn laag, de aanschaf makkelijk en je hebt er weinig omkijken naar." Ook financieel planner Ramón Wernsen ziet in zijn werk dat steeds meer van zijn cliënten kiezen voor deze manier van beleggen. Maar wat zijn ETF's nu precies?

Read more


De meerwaarde van financiële planning!

Publicatie verschenen op ffp.nl (7 juni 2022), door Ramon Wernsen.

Veel mensen denken bij de term financiële planning vooral aan geld en cijfers. Jammer, want financiële planning gaat over zoveel meer. Het gaat namelijk in eerste instantie over jou en het realiseren van jouw (financiële) wensen en doelen voor de (nabije) toekomst. Het verwezenlijken hiervan draagt vervolgens weer bij aan jouw levensgeluk. En zeg nu zelf, wie wil er niet (nog) gelukkiger worden…

De kans is groot dat ook jij wensen en doelen hebt. Mogelijk droom je ervan om rijk te worden en te kunnen stoppen met werken, of om een camping te beginnen in Frankrijk, of om…nou vul zelf maar in. Jammer genoeg blijft het vaak bij dromen en worden deze niet omgezet in (levens)doelen. Jij zit waarschijnlijk – net als velen met jou – vast in een bepaald ritme waarin vooral sprake is van veel dagelijkse routinematige klussen. Denk hierbij aan opstaan, aankleden, eten, reizen, werken, aandacht besteden aan je partner en kinderen, tv-kijken of Netflixen en slapen. Hierdoor blijft er weinig tijd over voor zoiets belangrijks als nadenken over de eigen levensdoelen.

Read more


Het verleden, heden en de toekomst van box 3

Publicatie verschenen in De Hypotheekadviseur (DHA 2022), nummer 2-2022, door Angelo van Nies & Ramon Wernsen

Terwijl heel Nederland zich aan het opmaken was voor kerstavond, oordeelde op 24 december 2021 de Hoge Raad dat de forfaitaire box 3-heffing in strijd is met het Europees Recht. Hiermee lijkt een definitieve bom te zijn ontploft onder de per 1 januari 2001 ingevoerde box 3-belasting (vermogensrendementsheffing). Dit is mogelijk goed nieuws voor een deel van uw klanten en slecht nieuws voor de Nederlandse schatkist. Verder is het de vraag wat er met de eigen woning en de eigenwoningschuld gaat gebeuren in de toekomst. Blijven deze in box 1 of verhuizen deze ook naar box 3?

In dit artikel wordt allereerst ingegaan op de geschiedenis van de vermogensbelasting en de invoering van de box 3-heffing in 2001. Aan de hand van rekenvoorbeelden worden vervolgens zowel de voorals nadelen van de forfaitaire box 3 beschreven gedurende de periode 2001 tot en met 2016 en 2017 tot heden. Voorts wordt ingegaan op de Hoge Raad-uitspraak van 24 december 2021. Tot slot wordt ingegaan op de toekomst van de eigen woning en de eigenwoningschuld en wordt afgesloten met de conclusies en het vervolg.

Geschiedenis vermogensbelasting: 1897-2000

Het kabinet-Pierson (liberalen) dat regeerde van 1897 tot 1901 introduceerde de vermogensbelasting in ons land. Dit zorgde ervoor dat er voor het eerst in de geschiedenis belasting werd geheven over wat iemand werkelijk aan inkomsten of vermogen had. De vermogensbelasting was vooral

Read more


Onderneming overdragen? De BOR helpt!

Publicatie verschenen op ffp.nl (10 mei 2022), door Ramon Wernsen.

Vroeg of laat komt er een moment dat je als ondernemer jouw bedrijf wilt overdragen. Veel ondernemers zouden graag zien dat het bedrijf wordt voortgezet door de kinderen. Ook onze wetgever ziet van oudsher graag dat familiebedrijven worden voortgezet naar de volgende generatie. Om deze reden zijn voor deze vorm van bedrijfsoverdracht vooralsnog gunstige regelingen van kracht in de vorm van de bedrijfsopvolgingsregeling (hierna BOR). De BOR is een gehele of gedeeltelijke belastingvrijstelling bij de vererving of schenking van ondernemingsvermogen. Dit betekent dat er over de waarde van een onderneming minder of zelfs geen belasting wordt geheven.

De BOR biedt zowel de overdragers van de onderneming als zijn opvolgers zeer aantrekkelijke fiscale voordelen. De BOR is zowel van toepassing op een eenmanszaak als op een vof, cv of maatschap en op aandelen in een bv of nv. Bij een bv moet de schenking/erfenis gaan over minimaal 5% van de aandelen (er is dan sprake van een aanmerkelijk belang).

Read more


Help, ik zoek een ETF...!

Publicatie verschenen op FiscAlert (april. 13, 2022)

‘Exchange traded funds’ staan steeds meer in de belangstelling — en terecht. Maar omdat ze zo populair zijn, zijn er ook steeds meer van. Veel beleggers zien door de bomen het bos niet meer. Welke moet u opnemen in uw portefeuille?

Nog niet eens zo heel lang geleden was indexbeleggen vooral iets voor institutionele beleggers. Tegenwoordig beleggen meer en meer particuliere beleggers in indexproducten, waaronder ETF’s — de ‘exchange traded funds’ ofwel ‘op de beurs verhandelbare fondsen’. Veel beleggers kiezen voor indexbeleggen vanwege de kosten en de eenvoud, maar niet alle indexproducten zijn eenvoudig en ook qua kosten zijn er grote verschillen.

Doel bepalen

Voordat we verder gaan met de ETF’s die u moet hebben, eerst even wat basisbeginselen. Beleggen begint met het vaststellen van het doel. Bijvoorbeeld een studiepot voor uw kind(eren) over vijftien jaar van 50.000 euro. Of een beleggingsportefeuille waaruit u vanaf uw pensioendatum ‘levenslang’ elke maand 1.000 euro netto kunt opnemen. Daarna gaat u pas kijken hoe u dat doel wilt bereiken.

Read more


Aantrekkelijk maar niet zonder risico: de aflossingsvrije hypotheek is terug

Publicatie verschenen op nrc.nl (mrt. 16, 2022)

Woningmarkt Het kabinet kwam met beperkingen. Toch is de aflossingsvrije hypotheek niet weg, want „meer vrijheid in de portemonnee”.

De hypotheekrenteaftrek is altijd een belangrijke overweging geweest bij afsluiten van een hypotheeklening. In het verleden was die renteaftrek vrijwel onbeperkt. Dat maakte het aantrekkelijk om niet af te lossen en zoveel mogelijk te profiteren van de renteaftrek.

Maar vanwege de financiële crisis die in 2008 een dieptepunt bereikte, trof de overheid verschillende maatregelen om ‘aflossingsvrij’ in te perken. Eerst werd in 2011 het deel van de hypotheeklening beperkt dat banken aflossingsvrij mochten verstrekken. Dit mocht nog maximaal de helft van de waarde van de woning bedragen. Daarna werd als voorwaarde voor de renteaftrek van nieuwe hypotheken gesteld dat ze in dertig jaar volledig worden afgelost. Daarmee viel de aflossingsvrije hypotheek helemaal buiten de renteaftrekregeling.

Read more