bron: Vakblad De Hypotheekadviseur, februari 2019, uitgever Wolters Kluwer

Als financieel adviseur moet je goed op de hoogte zijn van de verschillende belastingtarieven. Per 1 januari zijn veel van deze tarieven gewijzigd. In dit artikel komen de belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2019 aan bod die van invloed kunnen zijn op je adviespraktijk.

De belastingwijzigingen in dit artikel zijn onderverdeeld in vijf verschillende categorieën: 1: inkomsten- en loonbelasting, 2: schenk- en erfbelasting en 3: overige.

1: Inkomsten- en loonbelasting

1.1 Tarieven box 1 2019 versus 2018 (jonger dan AOW-leeftijd)

De tarieven in de inkomstenbelasting voor belastingplichtigen jonger dan de AOW-leeftijd vind je in de Wet Inkomstenbelasting, artikel 2.10.

Het belastbaar inkomen in box 1 is het totaal van inkomen uit werk en woning verminderd met de aftrekposten in box 1 en de eventueel te verrekenen verliezen in box 1. Je klant heeft een verlies als zijn inkomen in box 1 over een jaar negatief is. Dit verlies mag hij verrekenen. Hij mag het verrekenen met positieve inkomsten uit werk en woning van de drie voorgaande jaren en met positieve inkomsten uit werk en woning uit de negen volgende jaren. De volgorde waarin verrekend moet worden is verplicht: eerst de drie voorgaande jaren en dan de negen volgende jaren.

1.1.1 Schijf 1 belastingverhoging

Klanten met een belastbaar inkomen tot 20.384 euro bruto per jaar gaan in 2019 iets meer belasting betalen dan in 2018. Het tarief stijgt met 0,1 procent van 36,55 naar 36,65 procent. Deze 0,1 procent komt neer op een belastingstijging van 109 euro, ofwel 1,48 procent meer belasting en premies volksverzekeringen (zie figuur 1.1).

Download de pdf en lees verder